Tweewekelijks laten wij een student van de Rijksuniversiteit Groningen zijn of haar mening spuien op onze website. In het kader van ‘Hoe heerlijk is het om je eigen overtuiging uit de mond van een vreemde te horen’ (Goethe 1749-1832) bieden wij in Student aan het Woord iemand de ruimte om door middel van een column een herkenbaar, controversieel of vernieuwend standpunt in te nemen. Dit keer is Coen Veerman aan de beurt. Coen is derdejaars bachelorstudent geschiedenis en 23 jaar oud.

Effe uni doen

Tegenwoordig lijkt de universiteit niet veel meer dan een logische stap na het behalen van je Vwo-diploma. Studenten denken het al gemaakt te hebben in het leven zelfs al voordat de studie van start gaat. Een houding die bij velen de gehele studie onveranderd aanwezig blijft. Vaak kiest men dan ook voor een studie met redenen als, ‘je moet toch iets doen’ of ‘ach, als ik het niks vind doe ik toch iets anders’ en ‘die studieschuld verdien ik later toch wel terug’. Kortom: er wordt steeds gemakkelijker gedacht over de universiteit. Dit is een kwalijke zaak want gemakzucht leidt tot verminderde motivatie, slechtere resultaten en statusvermindering van de universiteit, wat weer opnieuw leidt tot gemakzucht. Een vicieuze cirkel die zichzelf alleen maar lijkt te versterken.

Deze instelling is niet alleen bij de student te vinden. Ook het collegebestuur lijkt de universiteit niet al te bijzonder te vinden. De universiteit lijkt nog maar twee doelen na te streven: het koste wat het kost behalen van de universitaire top honderd en het handhaven van hoge slagingspercentages. Motivatie, persoonlijke ontwikkeling en kwaliteit zijn bijzaak geworden. De invoering van de harde knip en het bindend studie advies zijn hier voorbeelden van, waarvan het BSA net zo lang verhoogd wordt totdat er een ordinair jaarklassysteem komt. Hoewel het BSA wel een stimulerend effect teweeg brengt, zou de invoering van het jaarklassysteem een regelrechte ramp zijn voor de universiteit. Deze maatregel kan namelijk twee mogelijke gevolgen met zich meebrengen. Het eerste scenario is dat er nog maar weinig studenten over blijven op de universiteit, aangezien het op dit moment voor de meeste studenten onmogelijk is om zestig punten te halen in één jaar. Dit zou natuurlijk rampzalig zijn voor de universiteit. Waarschijnlijker is echter dat de kwaliteit van de opleiding dramatisch omlaag gaat. Slagingspercentages moeten immers gehaald worden en als de student zijn best doet kan een docent het dan bijna niet meer maken om een onvoldoende te geven. Waarschijnlijk zou er ‘compensatoir’ getoetst gaan worden, wat het algehele niveau van het universitaire onderwijs natuurlijk schade aandoet. Resultaat: de VerInhollandisering van de universiteit. Een universiteit waar alles om kwantiteit draait.

Een andere reden waaruit blijkt dat de universiteit niet bijzonder gevonden wordt, is dat de student steeds verder gedisciplineerd wordt. Studenten hebben tegenwoordig bijna overal aanwezigheidsplicht en er moeten wekelijks suffe opdrachtjes gemaakt worden. Om nog maar niet te spreken over alle waardeloze groepsopdrachten waar studenten moeten leren samenwerken alsof het een stelletje kleuters zijn. Als studenten hier niets voor voelen, mogen ze, hoe goed ze ook zijn, hun centrale werkstukken en tentamens niet eens maken. Studenten worden gemaakt tot makke lammetjes. Slaafse mietjes die maar weinig teweeg kunnen brengen in de maatschappij. In plaats van slaafsheid moeten studenten daarom eigenschappen als discipline, zelfstandigheid, inzicht en mondigheid aangeleerd worden. Eigenschappen die van fundamenteel belang zijn voor succesvolle ondernemers, rechters, doctoren, bestuurders, academici en vrijwel elke andere baan die er voor studenten in het verschiet ligt.

Om de universiteit te verbeteren moet er dus iets veranderen aan de gangbare houding van zowel de student als de universiteit. De universiteit moet weer bijzonder worden. Allereerst moet er voorkomen worden dat mensen ongemotiveerd aan een studie beginnen. Dit kan bijvoorbeeld door selectie aan de poort. Laat de aanstaande student maar zweten om te laten zien waarom hij/zij gemotiveerd en geschikt is voor de gewenste studie. Dit kan bijvoorbeeld door het opstellen van een motivatiebrief en/of gesprek of wellicht door een toetsing. Daarnaast moet er zoiets komen als een academische houding. Dit kan bijvoorbeeld door het stimuleren en toetsen van participatie in de werkcolleges, maar ook een verbod op het dragen van joggingsbroeken tijdens colleges uit respect voor de docent past in dit rijtje.

Een bijzondere universiteit met gedreven studenten kan echter niet alleen ontstaan door verdere disciplinering van de student. De student moet hier ook iets voor terugkrijgen.

Allereerst moet per direct gestopt worden met het kwantitatieve beleid. Studenten moeten naar alle vrijheid de keuzes hebben de vakken en studies te kiezen die het best aansluit bij hun persoonlijke ontwikkeling en toekomstperspectief. Geen schools jaarklassysteem, geen universitair Inholland, maar vrije keuzes, persoonlijke ontwikkeling en een papiertje dat iets waard is. Een diploma dat je alleen kunt halen door het beste in jezelf naar boven te halen. Weg met de slagingspercentages, kwaliteit is waar het om moet gaan! Een bindend studieadvies is oké, zolang dit niet ten koste gaat van de kwaliteit en de ontwikkeling van de student. Slechts als de houding van zowel student als universiteit verandert, kan studeren weer bijzonder worden. Studenten zullen gemotiveerd zijn, resultaten zullen tot de verbeelding spreken en universiteiten zullen floreren als nooit tevoren.

Ook een column schrijven? Mail naar contact@lijstcalimero.nl!