Waarom een verkozen collegevoorzitter geen goed idee is

door | okt 24, 2017 | Nieuws | 0 Reacties

De nieuwe universiteitsraadspartij DAG heeft een notitie ingediend waarin zij pleiten om de voorzitter van het college van bestuur door middel van een verkiezing te benoemen. De macht om een dergelijke verkiezing uit te schrijven ligt bij de Raad van Toezicht, maar we bespraken het voorstel in de universiteitsraad omdat DAG graag wilde weten hoe de andere partijen tegen dit idee aankijken.

Hoe wij erin staan

Wij zijn geen voorstander. Lijst Calimero vindt dat de universiteit een maatschappelijk kennisproject is en dat de uiteindelijke beslissingen over de universiteit door de maatschappij moeten worden gemaakt. Dat gebeurt op dit moment: de maatschappij kiest de Tweede Kamer, die de baas is over de minister. De minister benoemt op haar beurt de Raad van Toezicht, die vervolgens het College van Bestuur voordraagt.  Aangezien de universiteit wordt betaalt door de maatschappij, moeten we ook daar verantwoording aan afleggen. De universiteit moet geen ivoren toren worden die zelf over de besteding van belastinggeld gaat. Werkend Nederland betaalt voor ons onderwijs, en dat betekent dat zij het laatste woord moeten hebben over hoe dat geld wordt uitgegeven.

Daarnaast vrezen we dat een dergelijke verkiezing de macht van de universiteitsraad nog verder wordt ingeperkt omdat een verkozen college van bestuur zijn eigen mandaat heeft gekregen van de academische gemeenschap. Dit betekent dat bij conflicten het bestuur vaker onze mening aan de kant kan schuiven met het argument dat zij op een bepaald programma zijn verkozen. Ook bestaat er het risico van conflicten in bestuur omdat verschillende bestuurders met verschillende programma’s zijn verkozen.

Als laatste stellen wij vraagtekens bij de behoefte van studenten bij een dergelijke verkiezing. Als we kijken naar de opkomstpercentages bij de rectorverkiezingen bij de universiteiten in België, dan liggen die rond de 20%. Ook voelen wij er niks voor om, zoals voorgesteld, de stem van studenten minder zwaar te laten wegen dan die van het personeel. Volgens ons zijn studenten en personeel gelijkwaardige deelnemers aan de academische gemeenschap.

Eén van de opties die werd voorgesteld was een combinatie: een kandidaatstellingscommissie selecteert een beperkt aantal kandidaten, waarna een verkiezing plaatsvindt. Dit is wat ons betreft worst of both worlds, aangezien zo’n commissie vergelijkbare kandidaten naar voren zal schuiven: De verkiezing zou dan slechts een keuze zijn tussen Poppem-A, Poppem-B en Poppem-C, zonder duidelijke inhoudelijke verschillen tussen de kandidaten.

De huidige procedure

De uiteindelijke beslissing voor een dergelijke verkiezing ligt bij de Raad van Toezicht. Wij verwachten niet dat deze een verkiezing zal uitschrijven. Zij zullen waarschijnlijk naar aanleiding van het advies van de benoemingsadviescommissie iemand voordragen bij de minister. In deze benoemingsadviescommissie moet wettelijk gezien één student zitten. In de septemberraad is onze fractievoorzitter Henk-Jan Wondergem voorgedragen om hierin plaats te nemen.