image

De kwaliteitsbewaking van de opleidingen in het Nederlandse en Vlaamse hoger onderwijs moet beter. Dit is van essentieel belang om de onderwijskwaliteit hoog te houden. Zowel de overheid, als de instellingen zelf, moeten aan de slag!

Vandaag is het ‘Rapport Kwaliteitsbewaking hoger onderwijs Nederland en Vlaanderen’ verschenen. De Rekenkamer en het Belgische Rekenhof hebben de kwaliteitsbewaking tegen het licht gehouden: Nederland heeft haar zaakjes beter op orde dan Vlaanderen, maar ook Nederland heeft belangrijke aanbevelingen gekregen.

Er wordt geadviseerd om de visitatiebezoeken (nodig voor de beoordeling van een opleiding) altijd te clusteren. Zo wordt een opleiding gespiegeld met soortgelijke opleidingen in de rest van Nederland. Dan wordt een beter beeld geschetst wat haalbaar is. Daarnaast acht de Algemene Rekenkamer het van belang dat “opleidingen zelf meer inzicht bieden in geleverde onderwijskwaliteit en zich hierover  openbaar verantwoorden” (Rapport Kwaliteitsbewaking hoger onderwijs Nederland en Vlaanderen, 2013). De medezeggenschap kan hierbij een belangrijke rol vervullen.

Mede dankzij de Inhollandproblematiek is er in de laatste jaren in Nederland veel aandacht geschonken aan de kwaliteitswaarboriging: enerzijds door de media, anderzijds door de opleiding zelf, die zich nog beter beseffen wat de gevolgen kunnen zijn van een opleiding zonder voldoende onderwijskwaliteit. Ook de effectiviteit van de kwaliteitswaarboring is verbeterd. Deze wekker is bij onze zuiderburen nog niet afgegaan, waardoor het systeem van beoordeling achterblijft bij dat van Nederland.

Het is belangrijk dat deze verschillen snel rechtgetrokken worden: op papier wordt het Vlaamse diploma immers evenveel waard als het Nederlandse. Er mag geen twijfel bestaan over kwaliteitsverschil tussen de Nederlandse en Vlaamse opleidingen. De Vlamingen zullen wat harder moeten lopen, maar ook de oproep aan Nederlandse instellingen is duidelijk: wees transparant, en gebruik de medezeggenschap die tot je beschikking staat!