Tweewekelijks laten wij een student van de Rijksuniversiteit Groningen zijn of haar mening spuien op onze website. In het kader van ‘Hoe heerlijk is het om je eigen overtuiging uit de mond van een vreemde te horen’ (Goethe 1749-1832) bieden wij in Student aan het Woord iemand de ruimte om door middel van een column een herkenbaar, controversieel of vernieuwend standpunt in te nemen. Dit keer is Miguel Gonzalez aan de beurt. Miguel is tweedejaars bachelorstudent rechtsgeleerdheid en 21 jaar oud.
Op weg naar een kenniseconomie? Zeker niet!
Twee weken geleden liet minister Bussemaker weten hogescholen en universiteiten de mogelijkheid te willen bieden om studenten ook na het eerste jaar een negatief bindend studieadvies op te kunnen leggen. Momenteel moet een student in zijn eerste jaar minimaal 40 tot 50 studiepunten halen. Doet de student dit niet, wordt de student van de opleiding verwijderd. Als het aan de minister ligt gaat een dergelijke maatregel in de toekomst ook voor studenten in het tweede en derde jaar gelden.
Na de langstudeerboete, versobering van de OV-studentenkaart en het verdwijnen van de basisbeurs, is met de uitbreiding van het bindend studieadvies het volgende instrument geboren om het onderwijs efficiënter te maken. Efficiënter wellicht, maar een vooruitgang voor de onderwijskwaliteit zeker niet!
De minister heeft aangekondigd te willen experimenteren met verschillende modellen van het brede bindend studieadvies. Bovendien wil zij instellingen vrij laten in het bepalen van ‘sancties‘ voor studenten die niet aan de nieuwe normen voldoen. Te denken valt aan uitsluiting van vakken, stages of het over moeten doen van het gehele studiejaar. Zelfs verwijdering van de studie wordt door de minister niet uitgesloten!
Voor studenten is dit de zoveelste maatregel in korte tijd, die deze keer niet hun portemonnee raakt, maar nu de kwaliteit van het onderwijs in gevaar brengt. Deze opeenstapeling van maatregelen is bovendien het bewijs van het feit dat onderwijspolitiek niet meer gevoerd wordt met een lange termijn visie, maar dat het enkel draait om de euro’s.
Het lijkt er op dat studenten zich grotendeels neer zullen leggen bij het verlies van de basisbeurs. Enerzijds hebben zij hun kruit reeds verschoten in het protest tegen de langstudeerboete. Anderzijds beseffen ook studenten dat de tijd van ‘gratis bier‘ voorbij is en dat van hen een bijdrage gevraagd kan worden in de huidige crisis.
Maar wanneer houdt het op met het uitkleden van het hoger onderwijs? Hoewel de basisbeurs wegvalt, moet er nog steeds iedere maand collegegeld betaald worden en ook de prijzen van studentenkamers gaan op korte termijn zeker niet dalen. Een baan naast de studie is voor velen al vanzelfsprekend en zal voor sommigen nu ook noodzaak worden. Wie niet naast de studie wil of kan werken sluit bij de IB-Groep een lening af.
Hierin zit bij studenten het grootste onbegrip: de minister vraagt ons om zelf geld te verdienen. Maar daarbij mag echter geen studievertraging worden opgelopen. Wellicht dan toch maar aankloppen bij de IB-groep voor een lening? Hoewel, het is dezelfde overheid die we horen zeggen ‘geld lenen kost geld’. Is het niet een schuldencrisis die deze maatregelen noodzakelijk maakt? Iets meer visie van het kabinet op dit punt zou gewenst zijn.
Bovenal zal ook de kwaliteit van het onderwijs onder de maatregel te lijden krijgen.
Het kabinet beweert excellentie te stimuleren en van Nederland een kenniseconomie te willen maken. Minister Bussemaker, die zelf zeven jaar over haar studie politicologie heeft gedaan, denkt dat te kunnen doen door zo snel mogelijk, zo veel mogelijk studenten van een diploma te voorzien. Ze laat hiermee blijken de functie van het hoger onderwijs bijzonder te onderschatten. Nederland wordt geen kenniseconomie door universiteiten en hogescholen in te richten als grote fabrieken die enkel gericht zijn op kennisoverdracht. Kennisoverdracht is slechts een deel van de taak van het hoger onderwijs.
Een excellerende kenniseconomie wordt gecreëerd op instellingen waar de mogelijkheid geboden wordt tot verdieping, waar interactie plaatsvindt tussen studenten en hoogleraren, waar geldende opvattingen ter discussie gesteld kunnen worden en waar fouten gemaakt mogen worden.
Waarom draaien we het bindend studieadvies niet om? Stimuleer studenten om zich breed te ontwikkelen, ervaring op te doen in besturen, een stap harder te lopen dan medestudenten, een eigen bedrijf te beginnen of extra vakken te volgen. Geef de studenten die niet willen een negatief bindend studieadvies. Alleen dan krijgen wij de kenniseconomie die de minister voor ogen heeft. Wellicht zien wij het verkeerd of begrijpen we minister Bussemaker niet. Neem het ons dan niet kwalijk, wij hebben immers niet zeven jaar kunnen studeren.